Het betreft een veelheid van daden die, vaak met een lid van zijn K.P. uitgevoerd werden. Zo werd een gemeentehuis overvallen en ter vervalsing blanco persoonsbewijzen meegenomen voor onderduikers en verzetsmensen (Rauwerd). Ook werden in een paar gemeenten adressenbestanden vernietigd om te voorkomen dat mannen opgepakt zouden worden om in Duitsland te moeten werken (o.a. in Bolsward).
Duitse auto’s en locomotieven werden wel onklaar gemaakt Zo werden al in Naarden-Bussum zelf-ontbrandende bommetjes in wagons geplaatst die tijdens het vervoer de wagons vernielden. Een munitietrein werd tot ontsporing gebracht. Op verzoek vanuit Engeland werd door bomen op te blazen en beschietingen uit te voeren de aftocht van Duitsers aan het eind van de bezetting vertraagd.
Zelf bracht hij op een keer zend-apparatuur weg. Voor het contact met Engeland over wapen-droppings was die apparatuur noodzakelijk. Hij moest als terrein-commandant de voorbereiding en de afvoer regelen. Op kleinere schaal stalen zij pistolen van biljartende soldaten die hun koppelriemen met holsters afgelegd hadden. Ook hield hij met Jaap Snellenburg vlak bij Rauwerd twee landwachten aan die zich beijverden joden op transport naar Westerbork te zetten. Zij moesten hun uniform en wapen afstaan .
Een heel ander probleem werd gevormd door de krapte en zelfs het gebrek aan goede voeding die tegen het einde van de oorlog vooral in het westen van ons land optrad. Reeskamp liet grotere hoeveelheden buitgemaakt voedsel per schip naar N-Holland brengen. Zo overviel hij ook een aantal boterfabrieken en kaasfabrieken. De in beslag genomen partijen werden afgevoerd en gedistribueerd.
Een gebouw in Sneek, dat door Duitse officieren werd gebruikt, stak hij in brand.